De overweldigende belangstelling voor de Oculus Rift virtual reality-headset geeft maar weer eens goed de magie van het bekijken van 3D-beelden aan. De mogelijkheid om de wereld in al zijn dimensies te bekijken bestaat echter al langer dan de meeste mensen denken: al in 1860 was het mogelijk om driedimensionale foto's te bekijken met de Holmes stereoscoop. Kenmerkend voor de weergave van de wereld om ons heen via schilderkunst of fotografie is dat er geen diepte in de afbeelding zit, doordat beide ogen exact hetzelfde beeld gepresenteerd krijgen. Doordat onze ogen enkele centimeters van elkaar verwijderd zijn kunnen onze hersenen normaal gesproken diepte ontwaren, doordat het linkeroog een iets ander perspectief ziet dan het rechteroog. Alleen door het reconstrueren van dat verschil in perspectief is het mogelijk om de illusie van 3D op te wekken. Dat is precies wat Sir Charles Wheatstone in 1838 ontdekte; door twee tekeningen van een bepaalde scene te maken, waarbij hij subtiele verschillen in perspectief aanbracht, kon hij de illusie van diepte opwekken en dit via een speciale spiegelopstelling tonen. Pas na de uitvinding van de fotografie werd het mogelijk om fotorealistische 3D-afbeeldingen vast te leggen. Om deze beelden later weer te kunnen tonen ontwikkelde de Amerikaanse schrijver en uitvinder Oliver Wendel Holmes de zogenaamde stereoscoop, die er middels lenzen voor zorgde dat de ogen de juiste beelden te zien kregen. Het principe van de Holmes stereoscoop wordt nog altijd gebruikt in de meest geavanceerde virtual reality-brillen zoals de Oculus Rift, alleen is het beeld dan niet meer statisch, maar wordt het dynamisch opgebouwd. De diepte-informatie en de bijbehorende perspectiefverschillen worden in dit geval door de computer gegenereerd. [caption id="attachment_1472" align="alignnone" width="300"]3D-foto van paard en wagen (1901) 3D-foto van paard en wagen (1901)[/caption]